Bouw- / projectgerelateerde risico's
Uitvoering infraprojecten in de openbare ruimte
Projecten in de openbare ruimte kunnen soms niet tot uitvoering komen of forse vertraging oplopen door externe factoren. Ook komt het voor dat de vooraf ingeschatte kosten voor dergelijke projecten te laag blijken te zijn en dat kostenstijgingen op bepaalde projecten ertoe leiden dat er meerjarig minder budget overblijft voor andere of nieuwe projecten. Enkele voorbeelden van onzekere factoren zijn:
- afhankelijkheid van de bereidheid en capaciteit van kabel- en leidingbedrijven om hun medewerking vlot te verlenen;
- het verkrijgen van vergunningen van derden (zoals waterschappen);
- inspraak op projecten waardoor deze gewijzigd moeten worden;
- beschikbaarheid van aannemers;
- levertijden en prijzen van materialen en energie;
- het moeilijk kunnen inschakelen van externe deskundige medewerkers die schaarser worden door het aantrekken van de economie;
- het moeilijk kunnen aantrekken of inhuren van gekwalificeerd personeel om projecten te kunnen voorbereiden;
- de rente op de kapitaalmarkt;
- het op onverwachte plaatsen aantreffen van vervuilde grond waar in een project geen rekening mee gehouden is en waardoor sanering nodig is.
In 2022 en 2023 zijn enkele van deze factoren zeer actueel. Vooral de kosten van asfalt en andere grondstoffen stijgen in hoge mate en hogere energiekosten worden doorberekend in de aanbiedingen. Het vinden van gekwalificeerd personeel voor de openstaande vacatures, zowel vast als inhuur, is een zorgpunt. De financiële gevolgen en sturingsmogelijkheden om risico's binnen een krediet op te vangen verschillen van project tot project. Binnen het totale buitenruimteprogramma worden fluctuaties in budgetten zo goed mogelijk opgevangen. Naarmate de bovenstaande risico's zich vaker voordoen, zal bijstelling van de budgettaire ruimte voor onderhoud en kapitaallasten vaker nodig worden. Door de huidige financieringswijze van de buitenruimte zal het effect vooral structureel van aard zijn. Het risico dat het structurele budget opgehoogd moet worden doet zich gemiddeld eens in de 2-5 jaar voor (kans 3) met gevolgklasse 3 à 4 (ca. € 1 miljoen).
Grote projecten en grondexploitaties
Voor de dekking van de bekende tekorten in lopende gemeentelijke exploitaties is een voorziening opgenomen. Ook voor projecten faciliterend grondbeleid is een voorziening aanwezig. Zie voor nadere toelichting de paragraaf grondbeleid. De hoogte en de beheersing van risico’s is een belangrijk speerpunt. Door middel van risicoanalyse met behulp van de Monte Carlo methode wordt de benodigde weerstandscapaciteit in beeld gebracht. Mede op basis hiervan kan besluitvorming plaatsvinden over de te nemen beheermaatregelen en wanneer deze genomen kunnen worden. Hierna worden de meest omvangrijke grondexploitaties van de gemeente apart toegelicht.
De Tuinen van Aalsmeer (woningbouw)
In januari 2023 is de grondexploitatie herzien. Dit betreft zowel de ontwikkelingen op basis van actief als facilitair grondbeleid. Het resultaat van de grondexploitatie (totaal, actief en facilitair samen) is bepaald op negatief € 8,1 miljoen en vertegenwoordigt de totale huidige omvang van de verliesvoorziening voor het project.
Bij de grondexploitatie De Tuinen van Aalsmeer is een risicoanalyse op basis van de "Monte Carlo" methode gemaakt. Hieruit blijkt een benodigde weerstandscapaciteit van € 3,1 miljoen (NCW). De belangrijkste risico’s bevinden zich in de deelgebieden Polderzoom fase 2 en de Zwarteweg. Dit omdat er enerzijds nog veel kosten gemaakt moeten worden betreffende civiele werken en er anderzijds complexe afspraken zijn gemaakt of nog gemaakt moeten worden met de ontwikkelende partijen. Daarnaast is vertraging en de daarbij behorende extra kosten een belangrijk risico waarmee rekening wordt gehouden.
Oosteindedriehoek
Eind 2022 is het ontwerp bestemmingsplan en ontwerp exploitatieplan voor de Oosteindedriehoek ter inzage gelegd, nadat de anterieure overeenkomst met het ontwikkelende consortium gereed is gekomen. Met het consortium zijn afspraken gemaakt over het kostenverhaal. Het exploitatieplan fungeert als extra zekerheid voor het verhalen van de kosten. Het project kent een lange looptijd en risico’s voor de gemeente. Op basis van de risicoanalyse bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit € 2 miljoen.
Overige ruimtelijke projecten
Naast bovengenoemde projecten zijn er ook de middelgrote en kleine ruimtelijke projecten. Ook voor deze projecten zijn de risico’s in beeld gebracht middels Monte Carlo simulatie. Hieruit blijkt een benodigde weerstandscapaciteit van € 0,8 miljoen (NCW).
Stikstofdepositie
Bouwprojecten mogen niet leiden tot een toename van stikstofdepositie in Natura2000 gebieden. Bij ruimtelijke ontwikkelingen, bestemmingsplannen, omgevingsvergunningen etc. dient aangetoond te worden dat de ontwikkeling niet leidt tot een toename van de stikstofdepositie in Natura2000 gebieden. Bij ontwikkelingen dient dit middels een stikstofberekening (met het rekenprogramma AERIUS Calculator) aangetoond te worden. Indien er een toename blijkt, kan middels een goede onderbouwing verzocht worden om een Wet natuurbeschermingsvergunning (bij de provincie Noord-Holland).
Voor de kleinere projecten kunnen de AERIUS-berekeningen door de gemeente zelf worden uitgevoerd. Bij complexere projecten en bij de eventuele nadere onderbouwing dient externe expertise ingeschakeld te worden. Stikstof kan ‘ver’ reizen en hoeft niet per se dichtbij neer te slaan. Vroeger kon nog gesteld worden dat gezien bepaalde afstand geen effect was te verwachten, maar die afstandseis is door de PAS-uitspraak komen te vervallen. Op 1 juli 2021 is de wet Stikstofreductie en Natuurverbetering in werking getreden. Onderdeel van deze wet is de vrijstelling voor bouw- sloop en eenmalige aanlegactiviteiten, in het kort de bouwvrijstelling. Dit betekent in het vergunningstraject dat voor het aspect stikstof alleen nog de depositie in de gebruiksfase een rol speelt.
Op 9 juli 2021 is bekend geworden dat voor het berekenen van stikstofneerslag een vaste afstandsgrens van 25 kilometer gaat gelden. Voor emissies door wegverkeer wordt rekening gehouden met stikstofdepositie tot 5 kilometer van de weg. AERIUS Calculator is januari 2022 aangepast om ervoor te zorgen dat de stikstofneerslag van een bron tot maximaal 25 kilometer wordt berekend. Deze aanpassing kan leiden tot andere (depositie) uitkomsten en kan eventuele consequenties hebben voor een project.
Aanvullingsregeling geluid Omgevingswet / nieuwe rekenmethodiek
In 2020 heeft het Ministerie van BZK de Aanvullingsregeling geluid Omgevingswet ter inzage gelegd. Op basis van deze regeling zou door een nieuwe rekenmethodiek voor cumulatie van geluid, waarbij luchtvaartlawaai strenger wordt gerekend dan op basis van bestaande regels, het akoestisch leefklimaat in grote delen van Aalsmeer aangemerkt worden als ‘slecht’ of ‘zeer slecht’. Vanuit de Bestuurlijke Regie Schiphol, maar ook door bijvoorbeeld Bouwend Nederland en de Neprom, is het ministerie gewezen op de mogelijke consequenties van deze regeling: locaties in de MRA-regio, waar een zeer grote woningbouwopgave ligt, zouden ‘op slot’ worden gezet doordat in planologische procedures niet te onderbouwen is dat er nog sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Gesprekken tussen gemeenten, provincies en het rijk vinden nog plaats over deze kwestie.
Bestuurlijk is afgesproken dat er eerst een brede impactanalyse wordt uitgevoerd, voordat er tot definitieve besluitvorming wordt overgegaan. In verband met de voortgang van de Omgevingswet zal de Aanvullingsregel wel gepubliceerd worden, echter voorzien van een bepaling dat inwerkingtreding pas plaats vindt na een gedeeld beeld over de impactanalyse. In de Nota van Toelichting zal naar deze procesafspraak worden verwezen.
De totaal benodigde weerstandscapaciteit voor de projecten bedraagt € 4.817.000. Met dit bedrag aan weerstandscapaciteit is het 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt.